Op 1 januari 2014 trad de Verordening experimenteerbepaling resultaatgerelateerde beloning (hierna: Verordening) in werking voor Nederlandse advocaten. Daarmee is een experiment van start gegaan waarbij het voor advocaten wordt toegestaan om met hun cliënt in letselschade- en overlijdensschadezaken een resultaatgerelateerde beloning overeen te komen. In de volksmond wordt dit wel ‘no cure, no pay’ genoemd. Het achterliggende idee van het experiment is dat ‘no cure, no pay’ tot vergroting van ‘toegang tot het recht’ kan leiden. Het experiment zal vijf jaar duren en er zullen tussentijds evaluaties plaatsvinden.
Het experiment komt niet uit de lucht vallen. Er wordt al langere tijd gepleit voor meer beweegruimte voor de letselschadeadvocatuur als het gaat om honoreringsafspraken. Zoals bekend zijn juridische dienstverleners in deze branche die geen advocaat zijn, niet beperkt in het maken van resultaatgerelateerde beloningsafspraken. De roep om meer flexibiliteit ten behoeve van de advocatuur lijkt dus mede te worden ingegeven door de behoefte aan een ‘gelijk speelveld’. Niettemin bestaat er ook kritiek op het idee van resultaatgerelateerde beloning. De vraag is daarom: hoe gaat dat experiment uitpakken?
In een artikel van Melissa de Jong en mijzelf, dat onlangs gepubliceerd werd in het Tijdschrift Vergoeding Personenschade, wordt onderzocht welke verwachtingen er bestaan onder belanghebbende professionals over de werking van het experiment en of het waarschijnlijk is dat ‘no cure, no pay’ de gestelde doelen zal bereiken.
Uit ons onderzoek blijkt dat de verwachtingen van het experiment niet bijzonder hooggespannen zijn. Weliswaar zijn de reacties op het experiment als zodanig wel positief (kort gezegd is de reactie van een aantal geïnterviewden: ‘goed dat het wordt gedaan’) maar toch wordt er weinig van verwacht. Weinig zaken lijken zich te lenen voor de sterk gereglementeerde varianten van ‘no cure, no pay’ en advocaten tonen (dus?) weinig animo, zo verwachten de geïnterviewden. Zij verwachten dat de toegevoegde waarde van het experiment vooral gelegen zal zijn in het bieden van toegang tot het recht in complexe zaken met een groot financieel belang, met hoge kosten in de voorfase en met relatief grote onzekerheid van de kans van slagen. Genoemd worden beroepsziekten en medische zaken. De verwachting is vooral dat het experiment eraan kan bijdragen om schimmige afspraken tussen advocaten en letselschadebureaus te laten verdwijnen nu advocaten zelf rechtstreeks met de cliënt tot resultaatgerelateerde beloningsafspraken kunnen komen. De geïnterviewden betwijfelen dan ook of het doel van vergroting van de toegang tot het recht zal worden bereikt. In onze samenvatting: de regeling leidt naar verwachting niet tot meer zaken maar tot verschuiving van dossiers van letselschadebureaus naar advocaten. Dat strookt overigens volgens sommigen met het werkelijke doel van het experiment, namelijk het creëren van een gelijk speelveld voor advocaten en letselschadebureaus.
Of die verschuiving ertoe leidt dat advocaten ook daadwerkelijk overgaan tot het aanbieden van resultaatgerelateerde beloningsafspraken, is onzeker. Omdat advocaten niet verplicht zijn mee te doen met het experiment en evenmin om, als ze al meedoen, in alle gevallen resultaatgerelateerde beloning aan te bieden, komt het dus vooral aan op de vraag onder welke omstandigheden het voor een advocaat interessant zou zijn om een resultaatgerelateerde beloning aan te bieden. Afgezien van motieven als altruïsme en het vestigen van reputatie, zal het voornaamste motief economisch van aard zijn, zo denken wij. Letselschadeadvocaten doen geen vrijwilligerswerk en dus is resultaatgerelateerde honorering alleen interessant als de verwachte opbrengst voor de advocaat – uitgedrukt in een weging van verwachte winstkans, te besteden aantal verhaalbare uren en het uiteindelijke financiële resultaat – opweegt tegen de verwachte kosten. Als dat juist is, dan is de toegevoegde waarde naar verwachting klein. De aangekondigde evaluatie(s) van het experiment zullen hopelijk meer duidelijkheid verschaffen.
- W.H. van Boom, M. de Jong, Het Experiment Resultaatgerelateerde Beloning – verwachtingen over werking en doelbereiking, Tijdschrift Vergoeding Personenschade 2014/3, p. 69-76